(Nederlands)
Een gele kleurstof kan worden gewonnen uit de takken van de plant, voor gebruik met wol. De gedroogde bladeren worden gebruikt om motten uit de buurt van kledingkasten te houden. De vluchtige olie in de bladeren is verantwoordelijk voor de sterke, scherpe geur die motten en andere insecten afstoot. Het was gebruikelijk om sprays van het kruid tussen kleding te leggen of ze in kasten op te hangen, en dit is de oorsprong van een van de Franse namen van het Southernwood, "garderobe" ("kledingbehoud"). Rechters droegen posies van Southernwood en rue om zichzelf te beschermen tegen besmettelijke ziekten van gevangenen, en sommige kerkgangers vertrouwden op de scherpe geur van het kruid om hen wakker te houden tijdens lange preken.
De prikkelende, geurende bladeren en bloemen worden gebruikt in kruidenthee. Jonge scheuten werden gebruikt om gebak en pudding op smaak te brengen. In Italië wordt het gebruikt als keukenkruid.
In de traditionele geneeskunde van Oost- en Noord-Bosnië en Herzegovina worden bovengrondse delen van Artemisia abrotanum gebruikt bij geelzuchttherapie.
(English)
A yellow dye can be extracted from the branches of the plant, for use with wool. Its dried leaves are used to keep moths away from wardrobes. The volatile oil in the leaves is responsible for the strong, sharp, scent which repels moths and other insects. It was customary to lay sprays of the herb amongst clothes, or hang them in closets, and this is the origin of one of the southernwood's French names, "garderobe" ("clothes-preserver"). Judges carried posies of southernwood and rue to protect themselves from prisoners' contagious diseases, and some church-goers relied on the herb's sharp scent to keep them awake during long sermons.
The pungent, scented leaves and flowers are used in herbal teas. Young shoots were used to flavor pastries and puddings. In Italy, it is used as a culinary herb.
In the traditional medicine of East and North Bosnia and Herzegovina, aerial parts of Artemisia abrotanum are used in jaundice therapy.
|